Motorrijden door de bocht, één zijn met je machine, een subtiel samenspel van mens en machine, samen werken en samenwerken om de bochten te bedwingen. Een zalig gevoel als dat samenspel optimaal verloopt, dat gevoel hoort bij de verslaving die motorrijden heet.
Om je te helpen met plezierig en ontspannen motorrijden zijn er al veel blogs geschreven. Om hierin orde (en overzicht) te scheppen zetten we alles in een logisch overzicht. Dit bevat de volgende hoofdstukken:
Inhoud blogs Bochten met de motor
- Kijktechniek vóór de bocht
- Klaar zijn voor een bocht
- De bocht insturen
- Stuurtechniek – countersteering
- Motorrijden door de bocht
- De bochtlijnen
- Een bocht uitkomen
- Remmen in de bocht
- Trail braking
- De technische staat van je motor voor bochten
- Wil jij ook werken aan je bochtentechniek tijdens het motorrijden?
We gaan deze hoofdstukken in de komende tijd publiceren.
Remmen in de bocht
Zoals eerder beschreven willen we een bocht het liefst met een licht-trekkende motorfiets rijden. Je voorkomt hiermee onvoorspelbare reacties op vermeerdering- of vermindering van de snelheid, en de krachten verdelen zich keurig over het voor- en achterwiel. Op deze manier geeft de motorfiets je vertrouwen en kun je lekker ontspannen je bochten rijden met de motor.
Maar soms is het nodig om je snelheid te verminderen in een bocht. En als je krachtiger moet vertragen dan remmen op de motor, dan zul je de remmen erbij moeten gebruiken. Ga niet terugschakelen in de bocht voor extra remkracht op de motor, daarvoor moet je de koppeling bedienen (indien je motor geen quickshifter heeft). In dat geval verlies je de aandrijving naar het achterwiel en op dat moment wordt je motorfiets slecht bestuurbaar. Dat wil je zeker niet in een bocht, dus gebruik je rem(men).
Maar hoe rem je in een bocht? Je voorrem geeft de meeste remkracht (bij de meeste motoren) maar remmen en sturen tegelijk, hoe zit dat?
Moet je remmen in een bocht, dan heb je niet alle grip beschikbaar om dit te kunnen doen. Met name je voorwiel is kwetsbaar bij sturen en remmen tegelijk. Dat leg ik uit aan de hand van een voorbeeld.
Stel, je totale hoeveelheid grip is gelijk aan de inhoud van de 3 flesjes in het voorbeeld. Als je een bocht maakt, is een deel van deze grip nodig om de bochtkrachten (zijdelingse krachten) op te vangen om je motor in een bocht te houden. In dit voorbeeld de inhoud van 1 flesje.
De resterende grip kun je gebruiken voor remmen, in dit geval de inhoud van 2 flesjes. Vraag je om meer grip voor het remmen dan beschikbaar is, kunnen er zeer gevaarlijke situaties ontstaan.
Daarom kun je het beste vóór de bocht je snelheid aangepast hebben. Moet je toch nog een kleine snelheidscorrectie doen, gebruik dan je achterrem.
Moet je onverwacht hard remmen in een bocht? Zet je motor dat eerst ‘rechtop’, waardoor er minder grip voor de bocht nodig is en rem dan (fors) af en stuur vervolgens opnieuw de bocht in. Door het rechtop zetten is er meer grip beschikbaar voor remmen, na het remmen is er weer meer grip voor de bocht.