Motorrijden door de bocht, één zijn met je machine, een subtiel samenspel van mens en machine, samen werken en samenwerken om de bochten te bedwingen. Een zalig gevoel als dat samenspel optimaal verloopt, dat gevoel hoort bij de verslaving die motorrijden heet.
Om je te helpen met plezierig en ontspannen motorrijden zijn er al veel blogs geschreven. Om hierin orde (en overzicht) te scheppen zetten we alles in een logisch overzicht. Dit bevat de volgende hoofdstukken:
Inhoud blogs Bochten met de motor
- Kijktechniek vóór de bocht
- Klaar zijn voor een bocht
- De bocht insturen
- Stuurtechniek – countersteering
- Motorrijden door de bocht
- De bochtlijnen
- Een bocht uitkomen
- Remmen in de bocht
- Trail braking
- De technische staat van je motor voor bochten
- Wil jij ook werken aan je bochtentechniek tijdens het motorrijden?
We gaan deze hoofdstukken in de komende tijd publiceren.
Bochtlijnen
Een bocht is een buiging in je rijstrook. In Europa varieert de breedte van rijstroken per land tussen 2,50 tot en met 3,50 meter. De rijstrookbreedte is op autosnelwegen meestal 3,50 meter. Tot zover de feiten over je rijbaan.
Maar waar rijd je dan het beste met je motor in een bocht? Welke plaats kun je het beste kiezen in een bocht? De belangrijkste factor voor keuze en bepaling van je bochtlijn is je zicht door de bocht. Daarin onderscheiden we 2 soorten:
- Bocht met zicht door de bocht
- Bocht zonder zicht door de bocht (Blinde bocht)
Bochten met zicht door de bocht
In een bocht met zicht door de bocht kun je het wegverloop prima bepalen (waar de weg heen loopt), wat de staat van de weg is (goed wegdek, weg schoon of vuil) en je tegenliggers inschatten (fietser of grote truck?). Hierdoor zijn er weinig of geen plotselinge verrassingen te verwachten die jou gevaar kunnen opleveren. Dit heeft grote invloed op de snelheid die je door de bocht kunt rijden met je motor, en de bochtlijn die je kiest.
Je bochtlijn in bochten met zicht door de bocht
Als je volledig zicht hebt door de bocht kun je je rijstrook maximaal gebruiken om door je bocht te rijden. Daarbij kun je het principe buiten-binnen-buiten gebruiken. Je bochtlijn is dan het ruimste en meest vloeiend, en laat de hoogste snelheid toe. Maak je instuurbeweging in het wielspoor van de auto’s, dat deel van de weg is over het algemeen het schoonste deel, en geeft het meeste grip aan je voorband.
Bochten zonder zicht door de bocht (blinde bocht)
De definitie van een blinde bocht is: geen zicht door de bocht door begroeiing of bebouwing. Hierdoor kun je het wegverloop niet bepalen (waar de weg heen loopt), de staat van de weg niet bepalen (is de weg schoon of vuil) én niet bepalen of je tegenliggers nadert (fietser of grote truck?).
Je bochtlijn in bochten zonder zicht door de bocht (blinde bocht)
Als je geen zicht hebt door de bocht wil je bufferruimte inbouwen voor onverwacht situaties. Dit kun je doen door je snelheid aan te passen, maar ook door je plaats op de weg anders te kiezen. Wat hierbij handig werkt is denken in wielsporen van een auto, en deze te volgen door de bocht.
Het grote voordeel hierbij is dat je verder door de bocht kunt kijken en hierdoor meer zicht creëert door de bocht. Je kunt daardoor eerder reageren op onverwachte, of ongewenste situaties vóór je. Dat geeft veel rust en vertrouwen. Met de juiste stuurtechnieken (zoals eerder beschreven) is dit heel eenvoudig te doen.