In mijn vorige blog ging ik in op een aantal zaken dat aandacht vraagt, wil je beter, veiliger en ontspannen motorrijden in de bergen. Want motorrijden in de bergen is wel even wat anders dan in ons vlakke landje. In dit tweede deel pak ik de draad op waar ik mijn vorige blog mee ben geëindigd: op de motor bochten rijden in de bergen.
In deze blog worden de volgende punten behandeld:
- Blinde bochten
- Bochtlijn aanpassen
- Stuurtechniek aanpassen
- Taal van de weg
- Haarspeldbochten
Bochten in Nederland zijn over het algemeen niet zo ingewikkeld. Bochten hier dienen meestal als verbinding tussen twee rechte stukken weg en zijn over het algemeen heel voorspelbaar.
In de bergen is dat wel anders. Daar krijg je te maken met (veel) meer bochten, die bovendien vaak moeilijker zijn om goed met de motor doorheen te gaan. Vaak is het zicht slecht vanwege het landschap of begroeiing (blinde bochten), zijn de wegen en bochten krap (haarspeldbochten) en lopen wegen en bochten schuin omhoog of omlaag. Een flinke uitdaging dus om te bochten te rijden in de bergen, maar o zo leuk om er lekker te toeren!
Blinde bochten in de bergen
Bij een blinde bocht kun je niet zien waar deze naartoe loopt of hoe die eindigt. Hierdoor kun je moeilijk inschatten hoe het bochtverloop zal zijn en hoe je hierop moet anticiperen. Dat is lastig, maar er zijn wel een paar zaken die je kunt doen om het jezelf makkelijker te maken.
Bochtlijn aanpassen
Je kunt bijvoorbeeld de bochtlijn zodanig aanpassen dat je verder door de bocht kunt kijken. Zo kun je bij bochten naar rechts dichter en langer tegen het midden van de wegas rijden en bij bochten naar links dichter tegen de buitenzijde van de bocht blijven. Doe dit totdat je zicht hebt op het verdere verloop van de weg.
Stuurtechniek
Ook kun je je stuurtechniek aanpassen door af te schuinen in plaats van in te leunen. Hierdoor kun je je motor beter door de (krappe) bocht sturen en verder door de bocht kijken. Ik schreef hier al eerder over in mijn blog ‘Hoe kun je veilig bochten rijden met de motor?’
Taal van de weg
De taal van de weg helpt je om te voorspellen wat je kunt verwachten. Bijvoorbeeld als je met je motor stijgt (bergop) of daalt (bergaf) of een scherpe of progressieve bocht tegemoet rijdt. Borden langs de weg helpen daarbij, maar ook de lijnen op de weg kunnen veelzeggend zijn. Dit geldt ook voor het verloop van een vangrail of bomenlijn, paaltjes of de wegkant. Het is belangrijk om de taal van weg te leren lezen, dat helpt je de situatie goed en tijdig in te schatten.
Haarspeldbochten rijden
Haarspeldbochten zijn leuk en uitdagend, maar ook lastig en niet zonder risico. Ze zijn krapper dan normale bochten, waardoor je eerder kans hebt dat je op de verkeerde weghelft terechtkomt. Ook loop je het risico dat je omvalt op het steilste stuk van de bocht. Gelukkig kun je de kans hierop verkleinen door de juiste kijktechniek toe te passen en je motor goed te beheersen.
Vroegtijdig zoeken naar tegenliggers (bergop of bergaf) helpt je om op tijd je snelheid en rijlijn te bepalen. Pas je stuurtechniek aan naar afschuinen van de motor. Dit helpt je om de bocht zodanig krap te maken dat je controle over je bochtlijn houdt en op je eigen weghelft kunt blijven. Bergop maak je de motorfiets goed trekkend, bergaf controleer je de snelheid in de bocht met je achterrem. Genieten maar!
Zo zie je maar dat je met relatief eenvoudige handelingen kunt leren om beter en veiliger bochten te rijden in de bergen.
Wil jij ook beter en veiliger leren motorrijden in de bergen?
Meld je dan aan voor een motorreis met rijvaardigheidstraining